Ik zag 25 jaar geleden voor het eerst een choco Labrador. Ik vond hem prachtig en wilde, als de tijd rijp was, er ook een. Een jaar nadat onze laatste Jack Russel het tijdelijke voor het eeuwige verwisselde, was de tijd rijp. In eerste instantie veel informatie vergaard over het karakter maar ook over de veel voorkomende ziektes van het ras. Met heupdysplasie was ik bekend maar van elleboogdysplasie had ik nog nooit gehoord en om het risico te verkleinen werd er naar een goede fokker gezocht.
Uiteindelijk hadden we een afspraak bij twee fokkers. Het hondje waar we als eerste kwamen, was geannuleerd vanwege een veel voorkomende parasiet waar honden met een verlaagde weerstand last van hebben. Hij was behandeld en het zou over moeten zijn. Helaas duurde het toch tot vijf maanden voor het helemaal verdwenen was. Het was een erg rustig hondje dat de kat uit de boom keek, toch was er een klik en we besloten hem, nadat we het contract getekend hadden, mee te nemen.
In het contract stond dat er tot een jaar een wandelschema van vijf minuten per maand 5 tot 6 maal daags aangehouden moest worden. Niet wandelen in mul zand, oppassen met gladde vloeren, geen ballen gooien, geen traplopen, niet op de bank of van hoogtes springen en overgewicht voorkomen. We kregen inzicht van de keuringen betreffende heupdysplasie en elleboogdysplasie en die zag er veelbelovend uit. De lijn was vrij van heupdysplasie (HD) en elleboogdysplasie (ED).
Thuis was hij erg rustig, niet wat ik van een pup verwachtte. Hij hechtte zich erg aan ons en was wat afwachtend naar vreemde mensen maar dol op alle honden die hij tegenkwam. Wij wonen voor mijn man zijn werk in België en waar wij wonen moeten honden overal aan de lijn. Er zijn losloopveldjes, maar er wordt weinig gespeeld. Voor een pup in verband met overbelasting misschien maar goed. Het bleef bij gesnuffel en wat gehuppel aan de lijn.
Na vijf maanden begon hij wat ondeugende streken te krijgen door bijvoorbeeld de theedoeken te pikken en ik was blij dat hij eindelijk uit zijn schulp kroop. Met vijf en een halve maand zag ik hem raar lopen. Hij knikte met zijn kop naar een kant. Ik heb aan mijn man en kinderen gevraagd of zij iets zagen, maar zij zagen het niet. Het bleef aan mij knagen, dus naar de dierenarts. We moesten een stukje lopen en ook hij zag het mank lopen niet. Na onderzoek concludeerde hij groeipijn. Advies: medicatie en rustig aan doen.
Het ging niet echt beter en we besloten naar de kliniek in Merelbeke te gaan. Zij hebben een afdeling gespecialiseerd in mankheidsonderzoek, ook daar zagen ze niet veel aan zijn loopje. Toen volgden de buigproeven van ellebogen, de schouders en het spronggewricht. Het leek op een probleem in de schouders, maar een duidelijke reactie bleef uit. Daarna werden er van alle kanten foto's van de schouders gemaakt. Het zou een OCD kunnen zijn. In de schouder was dat het meest gunstig werd ons verteld. Maar tot onze verrassing werd er niets in de schouders gevonden.
De professor werd erbij geroepen, die zag ook niets en adviseerde toch ook nog een foto van de ellebogen. Dus ook die laten maken. Wederom niet veel te zien, het was de groei. Weer naar huis met een ontstekingsremmer en het advies "lijnrust", we deden inmiddels niet anders. Er leek enige verbetering in te zitten, dus ook wij dachten toch de groei. Het bleef mij wel dwarszitten, maar wat doe je met een gevoel.
Toen hij acht maanden was, zagen wij er niets meer van. Een maand later begon het weer en het werd erger en erger. Op sommige dagen niets, op andere dagen zo erg dat hij soms met gestrekte poten vooruit liep, hij duidelijk pijn had en liever bleef liggen. Ook ging hij steeds meer achter me lopen bij het rondje uit. Hij liep al nooit voor me en trok ook niet, maar toch vond ik dit maar raar.
We zaten op een gegeven moment bijna wekelijks bij de dierenarts en met tien maanden constateerde hij toch pijn in de schouder. Bij het onderzoek adviseerde hij ons terug te gaan naar Gent. We hebben in Gent een afspraak gemaakt en stonden erop die dag uitgezocht te krijgen wat er scheelde. Twee weken later konden we komen.
Deze keer werden we direct door de professor geholpen. Eerst een neurologisch onderzoek om uit te sluiten dat het uit de nek of rug kwam, dit was in orde. Weer werden er foto's van schouders en ellebogen gemaakt en er werd een kleine verandering in de rechter elleboog geconstateerd. Dit was niet genoeg om de pijn te verklaren. Er moest een CT-scan gemaakt worden. De scanner was er net mee opgehouden, dus dat kon niet op die dag.
Dan een Scintigrafie. Er wordt dan een beetje radioactief spul ingespoten en dan is er niet te zien wat er scheelt, maar wel waar in het lichaam er dingen niet juist zitten en zo kunnen we erachter komen waar het probleem zit. Ten einde raad besloten we dit dan maar te doen. De professor bedacht opeens dat dit nog niet kon omdat de groeischijven rechts bijna dicht waren maar links nog drie weken nodig hadden. Dat zou een onduidelijk beeld geven, dus konden we beter nog een aantal weken wachten tot de groeischijven dicht waren.
Intussen was er een operatie afgezegd en stelden ze voor een kijkoperatie in schouder en elleboog aan de rechterkant te doen omdat daar het probleem ogenschijnlijk zat. De schouder was keurig, maar in de elleboog zat een barst in het kraakbeen. Het was nog niet los gekomen en had gelukkig nog geen artrose in het gewricht veroorzaakt. Bij navraag was het een LPC. Met de nodige medicatie naar huis, zo rustig mogelijk houden en een zestal keer per dag vijf minuten een rondje lopen was het advies.
Zo gezegd, zo gedaan. Zes weken bench werd het niet, na een week vond meneer het mooi en ging in de bench achter zijn staart aan. Toen een stuk afgezet in de woonkamer waar hij geen gekke dingen kon doen. Het viel mij op dat vlak na de operatie hij geen steun op links had en ik hem aan zijn halsband omhoog moest houden omdat hij anders echt op zijn snuit ging. Na drie dagen was dit beter. Na tien dagen gingen de hechtingen eruit en het zag er keurig uit, geen vocht meer in het gewricht. Toch bleef hij mank lopen.
Na vijf weken, een week voor zijn eerste jaar, weer terug voor controle. We hadden inmiddels wel gevraagd of er nog ruimte was voor eventueel een kijkoperatie in zijn linkerelleboog, omdat het manken wel beter was maar hij zich nu echt op zijn rechterpoot liet vallen. In de kliniek aangekomen, werd hij door de professor bekeken. Eerst maar even lopen. Zij dacht dat hij gewoon nog niet genoeg hersteld was.
Er werd een collega bijgehaald en ook die dacht dat rechts nog het probleem was. Na de buigproeven gedaan te hebben, was de conclusie dat het dat toch niet kon zijn. Er zat geen vocht en zijn poot kon bijna helemaal gebogen worden. Op ons verzoek wilden ze de kijkoperatie dan toch doen. Ze was er niet blij mee, omdat ook de operatie artrose veroorzaakt en volgens haar ontwikkelde de Labrador dit vrij snel. Ondanks dit wist ik zeker dat er wat scheelde en zetten we het door. Als het een klein fragment was, zou ze het laten zitten.
Na de operatie bleek er toch een los fragment te zitten die gelukkig nog geen artrose had veroorzaakt. Deze werd verwijderd. We namen snel afscheid want er was een vergadering waar ze heen moest. Hetzelfde verhaal als na de eerste operatie wat de rust en medicatie betreft.
Het herstel ging goed en nadat de hechtingen verwijderd waren, gingen we verder met hydrotherapie. Op die manier kon hij zijn energie op een constructieve manier kwijt en ook omdat hij, ondanks het verminderde voer, wat mollig werd doordat zijn beweging fors verminderde. Na vijf weken weer terug: er zat nog iets vocht, maar zijn elleboog kon alweer behoorlijk buigen. We kregen toestemming om het wandelen met vijf minuten per week op te bouwen.
Dit ging in het begin goed maar na acht weken ging het opeens weer achteruit. Het manken was enorm verbeterd maar niet weg. In eerste instantie dachten we dat dit een kwestie van tijd was. Intussen hadden we van de kliniek de eindconclusie gehad waarin stond dat hij een niet verplaatst fragment had die klein maar diep was, een gerafelde pees en een mate van incongruentie. Nu had ik al veel opgezocht op internet en wist dat dit ook mankheid kon veroorzaken en de prognose in verband met artrose behoorlijk verslechterde. Ik vind het jammer dat we dit niet eerder wisten. Een operatie zag ik niet meer zitten.
Toen Venz steeds slechter ging lopen en regelmatig door zijn poot ging, was ik de wanhoop nabij. Ik voelde me machteloos en vroeg me af of ik hem niet beter in kon laten slapen. Wat is dit nu voor leven voor een jonge hond? Ik vond het verschrikkelijk, want hij was altijd blij. Als hij je zag, werden we ondanks de pijn altijd fantastisch begroet en als ik verdrietig was vanwege hem, likte hij mijn tranen af en probeerde mij te troosten.
Na wat gezoek op internet kwam ik de site van Kreupeldier tegen en las daar een verhaal van een ander hondje met incongruentie. We besloten een afspraak te maken en hadden de rit van drie uur er graag voor over. Venz was erg bang geworden voor dierenartsen, klinieken, etc. Ik wist niet dat een Labrador zich zo klein kon maken en volledig onder een stoel kon verdwijnen. Toen we naar binnen gingen, mocht hij los en werd hij nieuwsgierig. Ondanks dat hij nog steeds angstig was, was dat bij Kreupeldier een stuk minder.
Nadat Dorit Aharon hem onderzocht had, bleek er toch een ontsteking te zitten. Ze corrigeerde de incongruentie en adviseerde een glucosamine-chondroitine supplement en omega drie vetzuren voor de rest van zijn leven. Verder een ontstekingsremmer voor tien dagen. Na vier dagen ging hij totaal anders lopen. Hij begon voor mij te lopen en had er een vaartje in. Hij liep nog wel mank maar na een aantal dagen was ook dat weg.
Na tien dagen was hij opeens heel erg mank. Het was nooit zo erg geweest. Opgebeld naar Dorit Aharon. We moesten nog even doorgaan met de ontstekingsremmer en over drie dagen zou ze het bekijken, dan hadden we een nieuwe afspraak. Na een dag was het weg en liep hij goed. Misschien wat spierpijn? Bij Kreupeldier gekomen, zat de stand van de ellebogen nog op zijn plaats en werd er nog een wervel rechtgezet. Hij liep naar de auto of er een last van zijn schouders af was.
We hadden een poos geleden een reisje naar de Ardennen geboekt en er zou nog een jonge Labrador bij zijn. Ik vroeg of dit wel door kon gaan. We konden dit gewoon doen, alleen was er kans op wat kreupelheid. We moesten de ontstekingsremmer meenemen. Hij heeft gespeeld en gewandeld en heeft nergens last van gehad. Toen begonnen we te geloven dat het goed zou komen.
We hebben de adviezen wat betreft heuveltjes lopen, rechtlijnig lopen en zwemmen opgevolgd. Ook het advies niet op de bank, geen trappen en niet uit de auto springen zo goed mogelijk opgevolgd. Dit waren dingen die hij toch al niet mocht. We werden na vier maanden weer terug verwacht. Dit werd iets sneller omdat hij toch af en toe weer wat meer ging manken en ik mij afvroeg of de stand van de ellebogen nog goed stond. Bij Venz moest inderdaad de elleboog er wat verder onder gezet worden. Zijn spieren waren al toegenomen. Hij mocht er wel één à twee kilo bij hebben en dat voor een Labrador.
We hadden inmiddels nog een Labrador pup aangeschaft. Dit nadat ik me realiseerde dat ik niet meer meteen dacht: hoe zal Venz lopen als hij uit zijn bench komt? Ik wilde een maatje voor Venz waarbij ik kon ingrijpen als het te wild werd. Verder moest ik mijn angst opzij gaan zetten zodat ik hem niet belemmerde om gewoon een blije jonge hond te zijn. Dit werkte, al houd ik vaak mijn hart vast.
Ook de pup lieten we meteen controleren. Hij was inmiddels vier maanden. Bowie, onze pup, knakte wat in een schouder en Dorit Aharon kon niet zeggen of dit een pees was of eventueel een probleem. Als we het zeker wilden weten, moesten we een foto laten maken. Ik koos ervoor het even af te wachten en intussen met een wandelschema en zwemmen de spieren te versterken. Mocht er intussen toch iets van mankheid te zien zijn, wist ik in elk geval waar we naar moesten kijken. Verder was alles goed. We maakten direct een afspraak voor drie maanden later.
In de tussentijd ging het met Venz enorm goed. Zijn spieren zijn nog wat toegenomen. Hij doet eigenlijk alles. Als Bowie wat wild is, gaat hij gewoon liggen en probeert hem over te halen wat te rollebollen. Af en toe loopt hij eens wat onregelmatig maar dit is vaak maar een moment op de dag en vaak is dit na vijf stappen weg en zie je niets meer aan hem. Ook is hij wat zekerder geworden en gromt wel eens terug als er een hond lelijk tegen hem doet. Eerst ging hij achter mij zitten en had zoiets van: vrouwtje, los jij het eens op?
Bij Bowie was de knak weg en verder zijn er geen klachten. Mocht er toch iets opspelen, dan gaan we naar Kreupeldier. Venz liep zoals een normale Labrador. Wat een compliment. De stand van de ellebogen zat nog op zijn plaats en dit zou zo moeten blijven door de spieren die inmiddels opgebouwd zijn. Zowel Venz als Bowie zijn APK goedgekeurd, zoals Dorit Aharon dat zegt. Met Venz gaan we over een half jaar terug om de boel in de gaten te houden en eerder mocht er iets zijn.
Inmiddels is Venz bijna twee en is hij al even bezig zijn eerste jaar in te halen. Hij geniet met volle teugen.
Dorit, heel erg bedankt! Er zouden meer instanties als Kreupeldier moeten zijn.
Groeten uit België van familie de Jong en een poot en lik van Venz en Bowie.